Kennis
o Je weet wat we onder
leesvaardigheid verstaan en je kunt beargumenteren waarom leesvaardigheid cruciaal is in de schoolloopbaan van leerlingen.
o Je hebt zicht op de leerstoflijnen
voor leesvaardigheid in het basisonderwijs.
o Je ziet de rol van de leerkracht
bij het aanleren van strategieën.
o Je ziet de relatie tussen
leesvaardigheid en de andere taalvaardigheden en cognitieve ontwikkeling.
Vaardigheden
o Je maakt leesonderwijs meer
doelgericht.
o Je maakt leesonderwijs
gevarieerder.
o Je integreert leesonderwijs in
andere onderwijsactiviteiten.
o Je herkent problemen waar
leerlingen tegenaan kunnen lopen bij het (voor)lezen van een tekst.
o Je koppelt de juiste tekst aan de
juiste strategie en de juiste verwerkingsvorm.
o Je selecteert verschillende
soorten prentenboeken en teksten op verschillende niveaus.
o Je zet de juiste didactische
aanpak en materialen in om problemen die leerlingen op verschillende niveaus in teksten tegenkomen te verminderen/ verhelpen.
o Je zet een uitgebreid repertoire
aan verwerkende vragen en opdrachten bij teksten in, ter bevordering van de verwerking van de leesinhoud.
o Je richt je leslokaal/ school
taalrijk en leesvriendelijk in.
o Je zet verschillende manieren in
om de betrokkenheid van leerlingen bij het (voor)lezen te vergroten.
o Je zet een breed scala aan didactische werkvormen in om leerlingen te enthousiasmeren voor lezen en om de leesverwerking te stimuleren.
Houding
o Je pakt de kansen in alle
onderwijsactiviteiten om te werken aan een brede leesvaardigheid.
o Je draagt bij aan een
schoolbrede aanpak van leesonderwijs.
o Je durft weloverwogen keuzes te maken als het gaat om leesonderwijs